“I consider it very important in our day and age to raise musicians who are stylistic polyglots.”
Alexei Lubimov
“Educated in the Soviet school of vividly coloured pianism, Alexei Lubimov brings muscularity and vision to the fortepiano. It took five years just to find the right instruments for this recording…and the result is breathtaking.” The Independent on Sunday, 14th February 2010
Programma:
Schubert, 4 Impromptus op. posth.142 D.935
Beethoven, pianosonates nr. 30, op. 109 & nr. 32, op. 111
Schubert, Impromptu op. 90 D.899, nr.4 (toegift)
Alexei Lubimov zou aanvankelijk tijdens het concert een heel mooi klinkende kopie van een fortepiano uit de tijd van Schubert en Beethoven bespelen uit de beroemde collectie van Edwin Beunk. Deze kopie naar Conrad Graf 1825 is in 1989 gebouwd door Rodney Regier en in 2002 gemodificeerd door Edwin Beunk en Johan Wennink.
De weersomstandigheden waren echter dermate gunstig dat Beunk besloot om een tweede instrument mee naar Haarlem te nemen. Dat werd zijn Anton Walter uit 1822. Lubimov mocht kiezen waar hij op wilde spelen. Het werd de Walter (zie de foto rechts). Leuk om te weten: dit bijzondere instrument uit de tijd van Beethoven en Schubert zelf werd onder anderen ook door Kristian Bezuidenhout bespeeld tijdens de opname, samen met Viktoria Mullova, van twee Beethoven vioolsonates. Die CD van Mullova en Bezuidenhout is internationaal bekroond
Zie ook de twee recensies:
van Wenneke Savenije (klik op de link)
en van Winand van de Kamp (hieronder)
Haarlem, 24 januari 2011
Magie met Schubert en Beethoven
Er leek wel magie in het spel, afgelopen vrijdagavond in de Doopsgezinde Kerk.
We zagen een kleine, bescheiden ogende pianist en een fraai maar sober uitziende fortepiano.
Ze bleken betoverende klanken voort te brengen. Pianist was de 66-jarige Rus Alexei Lubimov.
Hij was door cd-handelaar Bruno Truyens teruggehaald naar de plaats waar hij in 2009 hetzelfde repertoire op cd vastlegde. De fortepiano bleek een originele Anton Walter van 1822 uit de collectie van Edwin Beunk. Een ware toverdoos. En Lubimov haalde eruit wat erin zat.
Hij benut het prachtige sprekende middenregister om de melodie te laten zingen. De pregnante bassen gebruikt hij om een markant motief naar voren te halen, de hoogste tonen kan hij als een speeldoosje laten klinken.
Lubimov is niet het soort pianist dat zichzelf op de voorgrond plaatst. Jarenlang vocht hij achter het IJzeren Gordijn voor het werk van eigentijdse componisten. En gewetensvol zocht hij naar de beste manier om oude muziek weer tot leven te wekken. Hij combineert de briljante techniek van de oude Russische school met de precisie van de moderne muziek en het stijlgevoel van de authentieke uitvoeringspraktijk. Het stelde Lubimov vrijdag in staat de ziel van Beethoven en Schubert te doorgronden. Bccthovens laatste Pianosonate is zelf al een wonderbaarlijk werk. Aardse tonen staan er broederlijk naast hemelse klanken. Het ene moment stoeit Beethoven als een jazzmusicus avant la lcttrc met swingende ritmes, het andere moment ontstijgt hij de wereld met ongrijpbare hoge trillers. Lubimov realiseerde de onthechte sfeer onaards mooi. Zo ook liet hij in Beethovens Sonate opus 109 gewijde melodieën afwisselen met diabolische loopjes, zonder de structuur van de muziek uit het oog te verliezen. In Schuberts Vier impromptus D.935 treft hij de virtuoze zwier even goed als de Weense weemoed. Kraakhelder klonken de watervlugge loopjes. En juist daardoor boden ze zicht op de diepten die onder de oppervlakte verborgen liggen.
Winand van de Kamp