Concert Lubimov en Grotz
14 juni 2011‘Ook al hebben maar weinig mensen van hem gehoord, van alle nu levende pianisten staat hij misschien wel het dichtst bij de zon.‘
(Wenneke Savenije over Lubimov in een recensie n.a.v. een Schubert en Beethoven programma georganiseerd door Bruno Klassiek)
Extra jubileumconcert Lubimov & Grotz heeft op 14 juli 2011 plaatsgevonden
Ik was blij en zeer vereerd dat Alexei Lubimov en Alexei Grotz samen bereid waren een Schubert-avond voor vierhandig piano te verzorgen op mijn verjaardag op 14 juli. Omdat ik op die dag 50 werd en ik dat graag wilde vieren met dit extra concert in de Doopsgezinde Kerk, bood ik een speciale jubileumkorting van 50% op de normale toegangsprijs. In plaats van € 30,- betaalde men slechts €15,- per kaart.
Schubert quatre mains op fortepiano uit collectie Beunk
Er werd door Lubimov en Grotz gespeeld op een originele Weense fortepiano van Conrad Graf uit ca.1835. Dit instrument is afkomstig uit de beroemde collectie van Edwin Beunk. De gespeelde werken van Franz Schubert zijn voor het merendeel geschreven voor vierhandig piano. Maar er werden ook enkele solo pianowerken van Schubert gespeeld.
Het programma was:
Franz Peter Xeraph Schubert 1797-1828
– Marche caractéristique nr.1 in C, D968b (voorheen D886), op.121
– Rondo in D, D608, op.posth.138
– Klavierstück in c , D916C (Allegro all’ungherese, 1827, fragment gecompleteerd door Jörg Demus (piano solo-Lubimov)
– Allegro in a “Lebensstürme”, D947, op.posth.144
– Grand Rondeau in A, D951, op.107
– Ländler, Kontratänze und Deutsche Tänze, uit verschillende opp. (piano solo-Grotz)
– Divertissement à la Hongroise in g, D818, op.54
Toegift:
– Marche caractéristique nr.2, D968b (voorheen D886), op.121
Concert recensie:
Wie boven de vijftig is kan zich vast nog herinneren hoe er op televisieloze zondagen en andere hoogtijdagen in familiekring quatre mains werden gespeeld door kibbelende ouders, enthousiaste ooms en tantes of chagrijnige broers en zussen. Het was een knusse huiselijke bezigheid voor pianospelende lieden uit de burgerlijke kringen, die meestal het niveau van Marlieske in Dromenland van Folk Dean niet overstegen.
Het televisietijdperk maakte abrupt een einde aan dit muzikale tijdverdrijf, dat ooit begonnen was met de klassieke quatre mains die een componist als Mozart componeerde voor zijn pianoleerlingen. Maar het genre bloeide pas werkelijk op ten tijde van de romantiek, toen er talloze transcripties verschenen van orkestwerken, die op deze manier in de huiskamer of in de salons ten gehore gebracht konden worden.
Schubert is misschien wel de enige componist die bijna evenveel werken voor quatre mains als voor piano solo geschreven heeft. Er zijn 47 stukken voor piano vierhandig van hem bewaard gebleven, waarvan de Fantasie in f, D 940 het onbetwiste hoogtepunt vormt. Van dat meesterwerk zijn prachtige opnames gemaakt door ‘ad hoc’ pianoduo’s als Perahia en Lupu, Argerich en Freire, Badura Skoda en Demus. In Bruno Klassiek, de leukste cd speciaalzaak van Nederland, zijn ongetwijfeld meerdere versies van de Fantasie in f voorhanden.
Eigenaar Bruno Truyens vierde afgelopen week zijn vijftigste verjaardag met een Extra Jubileumconcert in zijn concertserie ‘Bruno Klassiek Presenteert’ in de Doopsgezinde Kerk in Haarlem. Wie oprecht muzikaal bevlogen is trekt muzikale bevlogenheid aan. Zo kon het gebeuren dat de uitzonderlijke Russische meesterpianist Alexei Lubimov zélf aanbood de verjaardag van Truyens op te komen luisteren. Met zijn getalenteerde leerling Alexei Grotz speelde hij quatre mains en solowerken van Schubert, waarbij het pianoduo de indruk wekte ondanks een groot verschil in leeftijd en ervaring uit exact hetzelfde hout gesneden te zijn.
Het vergde even focussen op een instrument, repertoire en wijze van musiceren waar de sepiawaas van oude foto’s omheen hangt. Want deze quatre mains vertegenwoordigen een andere muzikale wereld dan die van het solistische vituozendom op de grote podia. Het is een intiemere wereld van toewijding en overgave, ambachtelijkheid en verfijning, schoonheid en melancholie, intellectuele verkenningen en emotionele poëzie, empathie en communicatie.
Eensgezind bogen Lubimov en zijn leerling zich over Edwin Beunks originele Conrad Graf fortepiano met maar liefst vier pedalen (ca. 1835) om als uit één hoofd, hart en lichaam aan te vallen op Schuberts Marche caractéristique nr. 1 in C, D 968b, op. 121. Als stormen in een glas water dreven Schuberts emotionele uitbarstingen voorbij, afgewisseld met de fraai omfloerste lyriek van het middendeel. Doordat het duo zoveel klankkleuren uit het instrument opdiepte, werd de materie van het Rondo in D, D 608 op. Posth. 138 kaleidoscopisch belicht.
De architecturale spanningsbogen waarlangs Lubimov solo het door Jörg Demus gecomplementeerde Klavierstück in c, D 916C optrok, wekten associaties met een kathedraal. Elkaar afwisselend als primo en secundo zette Lubimov zich na dit solowerk aan de baskant, voor prachtige, gelijk ademende en organisch vloeiende vertolkingen van het Allegro in a ‘Lebensstürme’, D 947, op..posth 144 en Grand Rondeau in A, D 951, op. 107 met Grotz als bevlogen ‘sopraan’.
Na de pauze profileerde Grotz zich solo als Schuberts geestverwant in aanstekelijke vertolkingen van enkele dansen. Daarna stortten Lubimov en Grotz zich samen op het meest doorwrochte werk van de avond: ‘Divertissement à la Hongroise’ in g, D 818, op. 54. Alsof alle noten te paard werden meegevoerd door een wonderlijk landschap waar nooit meer een einde aan zou komen, zó hield het duo het publiek in de ban van Schuberts klankepos.
Wenneke Savenije