Lidy Blijdorp Journeyers

Haar publiek heeft geduld moeten hebben, maar het wachten wordt royaal beloond. Zaterdag 25
april 2020 verschijnt het eerste soloalbum Journeyers van celliste Lidy Blijdorp.
De Sonate op. 8 voor cello solo van de Hongaarse componist Zoltán Kodály mocht van haar
absoluut niet ontbreken op het album. Van Maurice Ravel speelt ze, samen met Rosanne
Philippens, de Sonate voor viool en cello en met pianist Julien Brocal nam zij Lever du jour uit
Daphnis en Chloé en Habanera en Malaguena uit Rhapsodie Espagnole op, orkestwerken van
Ravel die zij zelf arrangeerde voor cello en piano. “Zolang als ik cello speel, ben ik verliefd op de
muziek van Ravel. Enerzijds componeert hij met een diep gevoel voor structuur, anderzijds roept
hij een fantasiewereld op. Toen ik Lever de Jour voor het eerst hoorde, vergat ik alles om me heen,
het leek wel of ik mijn bewustzijn even verloor. Hij schetst een ultieme sprookjeswereld, het is
alsof je in een overweldigende droom terechtkomt.” “Lever du Jour zit boordevol natuur”, vervolgt
de celliste. “Je hoort de vogels ontwaken, het geruis van een ochtendbriesje en het druppelen van
de dauw. De Rapsodie Espagnole is geïnspireerd op volksmuziek. Ravel heeft altijd een voorliefde
gehad voor de Spaanse folklore. Hij is geboren in Frans-Baskenland, nabij de Spaanse grens. Toen
hij klein was zong zijn moeder voor het slapengaan altijd Spaanse guajiras voor hem en zijn
broertje. Deze volksliedjes klinken door in zijn Rapsodie Espagnole.”

Dutch cellist Lidy Blijdorphas long been in love with the music of Ravel, the magical sound world,
the colours and imagery he conjures. Ravel wrote very little for the cello, so Blijdorp made her own
arrangements for cello and piano of Lever du jour(Sunrise) from Daphnis & Chloé and two
movements from Rapsodie Espagnole. Award winning pianist Julien Brocal is her partner in these
skilful arrangements. The delightful sonata for cello & violin and Kodaly’s great solo cello sonata
round off a programme that spans music from France, French music with Spanish dance as its
inspiration, and then ending the journey in Hungary with the folk infused masterwork that is
Kodaly’s op.8